zondag 30 september 2007

GEVANGENE VAN MIJN EIGEN GEDACHTEN

Het is een regenachtige sombere dag. Asgrauwe wolken bepalen het luchtbeeld. De afgelopen vijf dagen heb ik mezelf weer eens volledig afgemat op het werk. Een laffe temperatuur, zwarte wolken en stormachtige windvlagen die zo nu en dan ook nog eens afgewisseld werden met zware regenval hebben haar tol geëist.Niet alleen fysiek voel ik mij gebroken. Ik kijk naar buiten. De trieste aanblik van mijn tuin heeft zich een plekje verworven in m’n blikveld, welke er voor zorgt dat er een gevoel van zware melancholische weemoedigheid naar de zomer zich meester maakt over mijn gedachtegang. Ik warm mijn handen aan een grote kop dampende koffie.De gonzende tinteling die door m’n vingertoppen heen trekt geven het gevoel dat ik net uit een zware sneeuwstorm komt gelopen, welke ik heb moeten doorstaan zonder handschoenen aan. Buiten is het ongeveer dertien graden, maar de aanblik van de tuin alleen al is voldoende om me te laten rillen van de kou. Waarom moet het toch van dit moedeloze kloteweer zijn? Ik wend mijn blik af van deze troosteloze vertoning der natuur en probeer mijn gedachten op een ander spoor te krijgen door de post uit de brievenbus te halen. Met de krant en enkele enveloppen in mijn hand, waaronder een blauwe van onze grote vriend de belasting, loop ik terug de kamer in. Ik kijk nog een keer op de thermostaat. Drieëntwintig graden, pffff….Nog steeds heb ik het koud. Zou ik ziek beginnen te worden? Misschien een griepje? Gaan we toch gewoon in de ziektewet met een maand eigen risico! Schijtzooi, werk je voor jezelf mag je niet eens meer ziek zijn tegenwoordig. Ja, het mag wel, alleen verdien je geen cent de eerste maand. Risico van het vak, ja natuurlijk! Ik plof met een zucht en een steun in mijn bank. De krant en de enveloppen steken nog steeds in mijn hand, maar ben me totaal niet bewust van wat er dan gebeurt.

Het kan goed maar luttele seconden zijn geweest, maar het zou me niets verbazen als ik tientallen minuten daar zo gezeten heb. Ik klap dicht. Mentaal en fysiek krijg ik ineens een zodanig enorme dreun dat alles, en ik bedoel letterlijk alles pijn doet. Alle spieren in mijn lichaam spannen zich, en ik krimp ineen. Mijn gedachten vliegen van hot naar her en terug, een film onthullend, welke geen enkele logische chronologe volgorde heeft en een innerlijke grote paniek maakt zich van mij meester. Verkrampt probeer ik te begrijpen, te beseffen wat er gebeurt. Maar hoe meer ik mijn best doe hoe pijnlijker het wordt. Tranen schieten in mijn ogen en het gevoel van angst maakt plaats voor wanhoop. Ik schiet vol, en kan niet langer, wil niet langer weerstand bieden aan mijn emoties. Warme tranen rollen over mijn wangen en snikkend komt het tot een ontlading van alle emoties die ik jaren lang weggemoffeld heb. Zoveel verdriet. Zoveel teleurstellingen, zoveel gevoel van eenzaamheid, zoveel gevoel van niet jezelf zijn, zoveel gevoel van leven voor anderen……. Mijn gehele levensgeschiedenis ontvouwt zich tussen mijn tranendal en dan wordt alles me duidelijk wat er de afgelopen maanden met me is gebeurt. Alle zorgen, al het verdriet, alle tegenslagen, alle mislukkingen zijn de opstap geweest naar wat ik nu onbewust met mezelf heb gedaan. Ik heb mijn masker afgezet, en de ontlading is groot. Zo ook het besef, want eindelijk kan ik verder.

Ik droog mijn tranen, snuit mijn neus en gooi wat koud water in mijn gezicht. Al ben ik nog hevig aangedaan, ik voel me opgelucht, zelfs bevrijd van het zwaarmoedige waar ik altijd mee rondgelopen heb. Bevrijd van alle negatieve gedachten die zich jarenlang hebben gemanifesteerd. Het is belangrijk dat iedereen mij leuk en aardig vind. Verhalen schrijven, Marco luisteren en genieten van de natuur zijn niet stoer. De onzekerheid in de liefde, bang om afgewezen te worden door een lieve vrouw. Altijd maar vrede willen sluiten met iedereen. Jezelf opzij zetten voor het gerief van anderen. Anderen nooit willen teleurstellen. Beloftes doen en afspraken maken en ze nooit nakomen. En mezelf zo goed voorliegen dat ik er zelf nog in geloof ook. Ik herken, en erken. Het begin is gemaakt, terug naar wie ik werkelijk ben en doen waar ik echt leuk vind en fijn vind om te doen. Ik voel de intensiteit en heb het gevoel dat ik gloei vanbinnen. Ik heb altijd geloofd in mezelf, weet dat ik een heel warm respectvol gevoelsmens ben met grote capaciteiten. Creatief en muzikaal. Zoals ieder mens gevormd in zijn jeugd tot wie ik nu ben, wel met alle prachtige eigenschappen nog steeds in me, die ik nooit helemaal weg heb kunnen stoppen. Als kind gekraakt door leeftijdsgenoten, want ik was anders. Had andere kleren aan, vond andere sporten dan voetbal leuker, sprak algemeen beschaaft Nederlands en niet dialect, en was de gehele dag een dromer in de klas. Begreep de lesstof niet goed. Ik was verlegen en bang. Werd ik niet achterna gezeten, pesten ze me wel. Een duw, een ruk aan je kleren, altijd als laatste uitgekozen worden tijdens sport, etc. Een vader die er bijna nooit was. Altijd maar werken, niet op de bouw maar boven in het land als salesmanager van scheepsmotoren. Heel veel op zakenreis, Amerika, India, noem maar op. Een andere basisschool waar ik wel volledig tot mijn recht kwam. Middelbare school waar het weer helemaal de andere kant op ging, ik hoorde er niet bij. Aanpassen maar. Echtscheiding van mijn ouders, Pa hield er een vrouw op na langs zijn huwelijk, fijn voorbeeld van je grootste voorbeeld tot dan toe, je stoere vader. Onzekerheid is troef, ben ik net als hem? “Je lijkt zoveel op je vader”, is een veelgehoorde kreet. Zo kan ik nog wel even doorgaan.

Ik besef mezelf dat ik al deze voorgaande dingen altijd geweten en geroepen heb. Toch bleef ik altijd maar in hetzelfde kringetje rondlopen, maakte dezelfde fouten. Ik schenk nog een kop koffie in voor mezelf terwijl mijn gedachten verder malen. Ik herken ineens zoveel facetten uit mijn leven. Waarom heeft dit allemaal zo moeten gebeuren? Ik was nog niet klaar om mijn verdriet en gemis te verwerken. Nog niet klaar om er iets mee te kunnen doen.

Nu ben ik wel zover. Mijn gehele korte leven tot nu toe is er een geweest van up en downs, net zoals ieder ander mens en ik heb ook niet het gevoel dat ik een volkomen vreemde ben geweest al die tijd. Mijn ware ik en mijn ware karakter is er altijd tussendoor gesluimerd, en de mensen die mij goed kennen en mij in hun hart hebben gesloten weten dat allang. Het allerbelangrijkste is dat ik nu weet wat ik moet doen om alles een plaats te geven zodat ik verder ga, op zoek naar mijn eigen geluk. Dit zal zeker niet zonder slag of stoot gaan maar kom maar op, ik ben er klaar voor. En mijn eerste geluk, daar ben ik al een heel eind naar op weg………

Ik ben niet langer gevangene van mijn eigen gedachten!











Tijn

zaterdag 29 september 2007

WARM



Diepe tegenstellingen, innige rust, innige onrust. Toehoren, luisteren. Kussen, zoenen. Vasthouden, omarmen. Denken, in gedachten verzonken. Toeval, geen toeval. Oppervlakkig, diep. Prettig, intens. Loslaten, vasthouden. Masker op, masker af. Afstand, dichtbij. Alleen, samen, samen, alleen.

Warm, vriendschap of relatie, beiden mogen hierin verdrinken, opgaan in het speciale, het bijna bovenwereldse van dit gegeven. Zonder woorden begrijpen maar er niks van snappen. Alles gewoon voelen, er elk moment van genieten, daar waar anderen allang afhaken. Volledig overgeven aan de emotie, alle maskers in de doffe aarde laten ploffen. Een steunpilaar voor elkaar, impulsief en zonder dwang, de gedachte het moet is nooit ter sprake gekomen. Een enkele blik versmeltend in elkaar, wetende wat deze betekent, een fladderende gedachte, opgevangen en beantwoord.

Lente, zomer, herfst, winter, allen even warm, al is het buiten kil, warm van binnen. Niet direct en toch altijd, sluimerend op de achtergrond in de gedachten aanwezig. Een enkele melodie van een lied op de radio, ervoor zorgende dat de gedachten weer even afdwalen.

Warm, vriendschap of relatie, beiden mogen hierin verdrinken en dit koesteren, wetende dat wat er is iets unieks is.Begrijpen maar niet snappen, het voelt goed, het hoort zo te zijn, apart, wel fijn. Intens samen toch alleen, intens alleen, toch samen. Geef de strijd maar op om te zoeken naar een verklaring, hoe of waarom. Vriendschap of een relatie kan je raken, dieper en harder dan je vaak verwacht.

Warm, het gevoel dat je een ander geeft, het gevoel dat een ander jou geeft. Het gevoel dat je een fijn mens bent, het gevoel dat je iets betekent, het gevoel dat je speciaal bent. Het gevoel dat je iets kunt betekenen voor een ander. Warm is een emotie welke zich pas openbaart als je jezelf openstelt voor iemand anders.

Natuurlijk is er verschil tussen warmte binnen een vriendschap en warmte binnen een relatie.
Maar los daarvan blijft het een gegeven dat hoe dichter je bij iemand komt, hoe warmer het kan worden.
Blijf jezelf en verdrink niet in de smeltkroes die warm heet. Geniet gewoon van de warmte die je elkaar geeft.


Tijn
EEN SPRONG IN DE DIEPTE

Waar ga ik heen? Ik heb geen idee, kan me ook niet oriënteren op dit moment, zie niet waar ik ben. Het is donker en stil, akelig stil zelfs op het moment dat ik me dit afvraag. Mijn kleding is doorweekt van de regen, die met een haast valse snelheid op mij neerdaalt. Mijn hele lijf doet pijn en ik heb het gevoel dat mijn kop ieder moment kan ontploffen. Ik probeer me te concentreren, maar door de vermoeidheid lukt me dat niet meer. Totaal ontredderd laat ik me vallen. Met een smak val ik in de modderige aarde en grijp met mijn handen in de grond. Verkrampt houd ik de koude natte aarde tussen mijn vingers. Ik knijp zo hard, dat mijn knokkels wit optrekken, maar ik merk dit zelf niet meer. Snikkend zit ik zo een tijdje op mijn knieën. Reddeloos verloren en moederziel alleen. Dan, met alle kracht die er nog in me zit, begin ik te graven. Als een bezetene graai ik om me heen, het vel van mijn vingers kapot trekkend in de natte harde aarde, alsmaar dieper en dieper. Geen idee hoe diep ik wil gaan, maar op dit moment is het enige waar ik aan kan denken dat ik moet graven. Zo ver als ik maar kan, graven. De onmacht is zo groot, ik kan mezelf niet redden, ik weet de weg niet meer, wat nu? In mijn gedachten heb ik zo diep gegraven dat ik de bovenrand van het gat niet eens meer zie. Ik klim er weer uit. De tranen rollen over mijn wangen en ik kijk nog een keer om me heen. Dan maak ik een sprong in de diepte. Ik val niet naar beneden, het voelt meer aan als dwarrelen, zoals sneeuw dat ook zo gracieus kan. Maar er komt geen eind aan, ik blijf maar dwarrelen. Plots versnel ik, en ik blijf versnellen. Als een speer suis ik naar beneden, en de angst slaat me op het hart. Ik houd mijn ogen stijf dichtgeknepen van de schrik en schreeuw het uit. Met duizelingwekkende snelheid voel ik de bodem naderen en met een ruk open ik mijn ogen. Neeeeeeeeeeee……..

Met een ruk schiet ik overeind. Ik kijk om me heen, grijp naar links en vind dat wat ik zoek. Mijn kamer licht op in het zachte schijnsel van het nachtlampje en ik besef wat er is gebeurt. Ik heb gedroomd, naar gedroomd en ik ben klam van het zweet.

Wat het betekent? Ik heb geen idee, en ik heb dit ook niet echt gedroomd, maar dat is niet relevant. Net als dat iemand in zijn of haar droom een sprong in de diepte neemt, doe ik dat met dit verhaal. Geen idee waar het eindigt, of waar het goed moet beginnen, zomaar een gedachte. Misschien is het de angst voor het onbekende, of de angst voor het falen. Of is het een waarschuwing aan jezelf dat je de verkeerde weg bent ingeslagen met je leven. Haal eruit wat jij denkt dat je er mee kunt doen, geef het een positieve wending, en de volgende keer schrijf ik wel weer een leuk verhaaltje…..












Tijn 12-02-07

zaterdag 15 september 2007

MUZIEK

Sinds mensenheugenis is er al muziek. Sinds de mens bestaat maakt zij al muziek. De versmelting van klanken, voortgebracht uit kelen, instrumenten die daarvoor zijn vervaardicht, of al het mogelijke aan materialen welke zich daarvoor lenen. Van lepels tot trompetten, van oliedrums tot violen, van plastic verpakkingnopjes kapot drukken tot piano’s. Van zingen onder de douche tot volledige symfonie orkesten, van een serenade onder een heldere maan door een Neanderthaler naar de eerste de beste lekkere chick die hij ziet lopen, tot een samensmelting van de stemmen van Marco en Lucie. Van het druppen van je waterkraan naar het zachtjes tikken van de regen tegen het zolderraam. Overal en altijd is er muziek, in elke hoek en kier van de samenleving.
Muziek is het klankbord van je ziel. Voel je jezelf goed, draai je leuke vrolijke muziek, voel je jezelf kut, draai je trieste of gevoelige muziek. Met muziek geef je de emotie, het gevoel wat er in je zit, een extra impuls of je duwt deze aan de kant. Muziek doet alles met je. Het maakt je vrolijk, verdrietig, gelukkig, zielig, eenzaam, los, vrij, warm, koud, kippenvel, haren overeind, somber, tevreden, gezellig, top.

Je staat ervoor open of je sluit je ervoor af. Toch kan je er nooit omheen. Al ontloop je alle vormen van geluidsdragers en vlucht je ver de bossen in. Ver van de bewoonde wereld met al zijn teringherrie, zo ver als dat je benen je kunnen dragen, en je vind een prachtig plekje ergens diep in het bijna ondoordringbare woud. Een prachtige groene plak mos, waar je jezelf neervlijt om te kunnen genieten van de intense rust……..Dan nog, nee juist dan ervaar je pas dat muziek overal is. Langzaam verdwijnen de nagalmende geluiden van je vorige omgeving uit je gehoor, de zachte piep die je nog waarneemt sterft een eenzame dood en even, heel even, waan je jezelf in de ideale geluidsvrije omgeving. Aan deze illusie komt langzaam een eind. Eerst zacht en bijna onhoorbaar, je eerste gedachte is dat je jezelf iets aan het inbeelden bent, dringen er zich geluiden binnen. De wind die zachtjes de bladeren van de bomen streelt, kleine insecten die zoemen om je hoofd, een hert dat over de dorre bladerloze takjes op de grond loopt. De smeltkroes van geluiden wordt steeds sterker. Het kraken van de bomen, het geritsel van een klein muisje dat zich een weg baant door de rand van jouw groene mosveldje. Sterker, het zacht heen en weer deinen van een verwilderde roos, het trommelende ritme van een duizendpoot die over een verdwaalde kei schrijdt, het tikken van de poten van een spin welke besloten heeft jou schoen als hindernis te nemen, op weg naar een geschikte plek om zijn dodelijke web te spinnen. In je gedachten versmelten al deze geluiden tot een van de mooiste symfonie’n die je ooit hebt waargenomen. Het samenspel van al deze geluiden, de eenvoud hiervan, zet je hart open en ineens besef je weer wat je kwam doen. Je was op de vlucht geslagen voor de teringherrie in je hoofd. Je zocht rust om het besef terug te vinden. Het besef dat je bent wie je bent….. Een onderdeel van de symfonie die zich om je heen aan het voltrekken is. Volledig bewust van je eigen eenvoud en wereldse grote neem je dankbaar afscheid van je omgeving. Drie uur later, voor je gevoel vijf minuten, kom je weer terug aan de rand van de bewoonde wereld. Je kijkt nog een keer om naar de plek die je oren weer heeft geopend voor de muziek om je heen, en als een gelukkig mens loop je vol goede moed de chaos weer in. Je kunt de hele wereld weer aan.

Muziek kan je maken, muziek kan je breken. Maar uiteindelijk heelt muziek alle wonden. Uiteindelijk geeft muziek je weer het besef dat je leeft. Uiteindelijk geeft muziek je weer het gelukzalige gevoel. Uiteindelijk is muziek de beste remedie voor de gedachte welke deze dan ook mag zijn. Uiteindelijk kan muziek niet die dierbare teruggeven die je verloren hebt, maar wel je verdriet een plaats geven en je steunen bij je verwerking. Muziek is er immers altijd en overal. M.S.

donderdag 13 september 2007

HULP VOOR DE FEEËN ZUSJES!

Het was een prachtig mooie dag ergens in september. De zon streelde zachtjes de uitgestrekte groene velden die glinsterden van de ochtenddouw. Muisjes speelden samen verstoppertje aan de rand van een bos. Eekhoorntjes zochten naar gevallen eikeltjes en een enkele specht hoorde je ratelend met zijn snavel een holletje boren in een grote boom. Rakketakketak rakketakketak rakketakketak. Een heel licht briesje wind gleed door de boomtoppen en je kon de blaadjes horen ritselen. Spinnetjes sponnen hun web terwijl hun kindertjes samen tikkertje speelden onder het wakende oog van mama. Midden in dit bos stond een hele grote oude wijze boom. Alle dieren van het bos noemden hem altijd bij zijn bijnaam. “hé hallo Opa, gaat het vandaag nog regenen?” vroegen ze hem dan giechelend. En met een krakend geluid opende de oude boom dan zijn ogen en keek de kleine dieren lang en streng aan. “stelletje belhamels, waarom storen jullie deze oude boom hiervoor? Als jullie naar de lucht kijken weten jullie zelf wel of het gaat regenen.” En hij zwaaide dan hard met zijn grote takken heen en weer zodat alle dieren van schrik een meter achteruit sprongen. “Hahahaha, dat krijg je ervan als je geen respect hebt voor een oude wijze boom”, lachte hij. Zo ging het altijd. Eigenlijk heette de boom helemaal geen Opa. Hij stond er al zo lang dat zelfs de andere bomen niet eens wisten hoe hij daar terecht was gekomen en hoe oud hij was. Maar ze wisten wel dat hij eigenlijk Alvaro heette. Sommige oude bomen van het bos hadden ooit eens verteld dat Alvaro een hele oude naam is, van ver voordat het bos bestond, en beschermer van alles betekende. Daarom hadden alle dieren zoveel respect voor hem, want ze wisten dat hij die naam niet zomaar had gekregen. Altijd als er iets in het bos gebeurde werd Alvaro om raad gevraagd. Want hij wist wel wat er moest gebeuren. Bij Alvaro waren ze veilig. Maar Alvaro was deze dag treurig. Hij liet zijn grote takken met prachtig gekleurde bladeren hangen.

Douwe de duif vloog op die mooie morgen hoog boven de velden richting het bos. Van veraf zag hij al dat er iets niet klopte. ‘Wat is dat nou?’ dacht hij.’Alvaro heeft zijn takken hangen, er is iets aan de hand.’ Meteen vloog hij naar Alvaro toe en streek neer op een van zijn grote takken. “Goedemorgen Alvaro.”zij de duif. “Wat is er aan de hand? Waarom ben je zo treurig?” Krakend en met een diepe zucht opende Alvaro zijn ogen. “Dag Douwe, heb je het nog niet gehoord?”vroeg hij. “Wat gehoord?”vroeg de duif, hij had geen flauw idee waar de boom het over had. “Herfinja en Lentija hebben ruzie gekregen samen, en nu is er een zware storm op komst.” Herfinja was de herfstfee en Lentija was de lentefee. Ze waren zusjes van elkaar. Hier schrok Douwe wel een beetje van. Hij kon zich nog de laatste keer herinneren dat de twee feeën ruzie hadden. Het hele land schudde toen heen en weer! “Hoe kunnen die twee lieve feeën nu ruzie hebben?”vroeg de duif. Toen vertelde Alvaro met zijn zware krakende stem wat hij had gehoord. De twee lieve feeën hadden samen nog twee lieve zusjes en met zijn vieren hadden ze ieder een gedeelte van het jaar om voor het weer te zorgen. Maar ze vonden dit allemaal zo leuk om te doen dat ze zich niet aan de afgesproken tijd hielden. Nu was Lentija boos geworden en had ze tegen Herfinja gezegd dat ze onmiddellijk moest stoppen met de herfst, zodra haar tijd voorbij was. Herfinja vond het maar stom dat Lentija nu al begon te mopperen. Want Wintija, hun andere zusje kwam toch na haar, dus ze moest zich er niet mee bemoeien. Nu waren ze boos op elkaar en spraken ze ook niet meer samen. Dat was ook de reden waarom het de afgelopen weken al zoveel had geregend. Herfinja had zo hard moeten huilen om die ruzie met haar zusje, dat ze niet te troosten was. Met een diepe zucht maakte Alvaro een eind aan zijn verhaal. Douwe de duif, die vanmorgen nog zo vrolijk was weggevlogen van huis keek naar beneden. Bijna alle diertjes van het bos hadden zich onder de grote stam van Alvaro verzameld en hadden ademloos zitten luisteren naar Alvaro’s verhaal. “We moeten iets doen.”piepte Dribbel. Dribbel was het snelste muisje van het bos. “Ja, dit kan toch niet, twee lieve feeën die ruzie hebben?”kraakte Argon de kraai. Ineens begonnen alle dieren door elkaar heen te praten en te tetteren. “STOP”zei Alvaro plots zeer luid, en meteen was het stil. Zo luid had de grote oude wijze Alvaro nog nooit gesproken. “Ik heb een idee, luister met me mee.” Toen werd het zo stil in het bos, dat zelfs de eigenwijze specht stopte met ratelen. Met zijn diepe zware krakende stem begon Alvaro te praten en de dieren luisterden ademloos toe. “Lang geleden, toen ik nog jong was, is dit ook al eens gebeurd. Er is iets wat we kunnen doen, maar daar heb ik jullie hulp voor nodig”zei hij. Alvaro zuchtte. “Jullie hebben de lieve feeën nog nooit samen gezien, maar er is een manier om hun samen te krijgen hier in dit bos.” Douwe de duif keek naar beneden en zag de verbazing op de gezichten van de dieren. Dat kon toch niet? Twee feeën bij elkaar en dan ook nog eens in hun bos? “Wat wij moeten doen is samen heel sterk aan de feeën denken, allemaal tegelijk. Als we dat doen dan hebben we kans dat ze tegelijk hier voor ons verschijnen. Als ze dan allebei hier zijn vertellen we allemaal waarom ze nooit ruzie mogen maken samen. Ze zijn zusjes en die houden van elkaar en moeten samen lachen en plezier maken.” Het was muisstil in het bos. Alle dieren waren zo onder de indruk van wat de oude wijze Alvaro had verteld. Toen begon de kleine Dribbel te piepen. “Ja, Opa, dat is wat we gaan doen. We gaan met zijn allen de zusjes weer samenbrengen!” “Ja, jaajjaajaaajadoenwe waar wachten we op jaja kom op ajjaja” riepen alle dieren door elkaar heen.”Goed, zo doen we het”zei Alvaro. “Ga nu allemaal naar huis en denk goed na wat je tegen de feeën wil zeggen als ze hier zijn, waarom ze geen ruzie moeten maken maar lief moeten zijn voor elkaar, en dan zien we elkaar tegen de avond, als de zon bijna onder gaat, weer hier onder mijn takken.” Zo gezegd zo gedaan en alle dieren renden naar huis om hun verhaal voor te bereiden.

Het liep tegen de avond en de zon had zijn werk erop zitten voor vandaag. Langzaam zakte hij verder naar beneden met hele mooie zacht gele en rode kleuren. De meeste dieren hadden zich al verzameld onder de grote takken van Alvaro en gezamenlijk zaten ze te wachten tot de laatste dieren erbij waren. Zelfs de specht was aanwezig en Douwe was weer op een van de takken van Alvaro gaan zitten. Toen alle dieren aanwezig waren opende Alvaro krakend zijn ogen.“Fijn dat jullie er allemaal zijn”zei hij. “We doen dadelijk allemaal onze ogen dicht, en denken dan heel hard aan allebei de lieve feeën en vragen of ze naar ons willen komen. Als alles goed gaat zullen ze hierheen komen en dan vertellen we een voor een ons verhaal, afgesproken?” Allemaal tegelijk riepen de dieren ja. “Goed”zei Alvaro, “doe dan nu jullie ogen dicht en roep in gedachten de feeën naar ons”. Alle dieren en zelfs de andere bomen van het bos deden wat Alvaro vroeg en weer werd het zo stil in het bos, zo stil was het zelfs niet als alle dieren sliepen. Ineens, na een paar minuten, begon heel langzaam het donkere bos op te lichten. Eerst leek het wel het schijnsel van een vuurvliegje, maar al snel werd het groter en groter en het mooiste zachtste licht wat de dieren ooit hadden gezien scheen door het hele bos heen. Een grote bol van alle mooiste lichtblauwe en lichtgroene kleuren, gemengd met lichtroze scheen over de gezichten van de dieren heen. Ademloos openden zij hun ogen en de ene ohhhhh na de andere was te horen. Wat de dieren toen zagen hadden ze nog nooit gezien. Boven hun hoofden zweefden de twee mooiste feeën die ze ooit hadden gezien. De zusjes hadden prachtige lange jurken aan van het mooiste stof dat je maar kunt vinden. Alles was perfect en enkele dieren pinkten een traantje weg van geluk toen ze de prachtige feeën zagen. Het was nog steeds muisstil in het bos want iedereen was zo onder de indruk van wat ze zagen dat niemand iets durfde te zeggen. Toen Herfinja begon te spreken klonk het als het mooiste lied dat de dieren ooit hadden gehoord, zo mooi was haar stem. “Alvaro, lieve wijze grote oude boom, wat is er hier aan de hand? Waarom hebben jullie mij en mijn zusje Lentija bij jullie geroepen?” vroeg ze. “Dat kan ik als oude wijze boom je vertellen lieve Herfinja, maar ik heb liever dat jij en je zusje luisteren naar de dieren van het bos, want die kunnen jullie veel beter vertellen waarom wij jullie hierheen hebben geroepen”. De twee feeën keken elkaar verbaast aan. “Nou Alvaro”, zei Lentija, “dat moet dan wel heel erg belangrijk zijn als jij als oude wijze boom voor je laat spreken”. “Dat is het ook”zei Alvaro, en toen zei hij iets wat hij nog nooit tegen de feeën had gezegd en ook nooit meer zou zeggen.”Zwijg beiden nu, en luister naar de dieren van het woud. Laat hen uitspreken totdat allen klaar zijn met hun verhaal en leer jullie les hieruit.” Met een zucht en een rilling in zijn stem die iedereen hoorde sprak Alvaro zijn laatste woorden uit. “Lieve dieren van het bos, vertel nu een voor een jullie verhalen zodat de lieve mooie feeën weer weten hoe belangrijk lief voor elkaar zijn is.” En de grote wijze Alvaro sloot zijn ogen. De feeën, die Alvaro al heel lang kenden, wisten hoe belangrijk het was om nu niks te zeggen en te luisteren naar de dieren, want zo had hij nog nooit gesproken tegen hen. Dribbel, het snelste kleine muisje, was de eerste die de stoute schoenen aantrok en met zijn verhaal begon. Hij vertelde over zijn eigen broertjes en zusjes. Over zijn vader en moeder. Over zijn opa’s en oma’s en zijn neven en nichten en niet te vergeten over zijn vriendjes en vriendinnetjes en alle andere dieren van het bos. Hij vertelde de feeën hoe veel hij van iedereen hield en hoe belangrijk ze allemaal waren voor hem. Ademloos luisterden de feeën naar het verhaal van Dribbel en naar alle andere verhalen van de dieren in het bos. Tranen van geluk liepen over hun wangen bij het horen van al deze ontroerende warme verhalen. Toen alle dieren klaar waren viel er weer een stilte over het bos. Alleen was het deze keer geen diepe stilte. Je hoorde geen enkele stem, geen rakketakketak van de specht, geen gegiebel van de kindertjes. Nee, wat je hoorde waren de twee feeën! Alle dieren keken naar boven, in dat prachtige licht waar de twee zusjes met hun schitterende jurken elkaar snikkend in een innige omarming vasthielden. De tranen rolden over hun wangen van geluk. “Ohhh, lieve Herfinja, wat hebben we toch gedaan? Waarom hebben we samen toch zo ruzie gemaakt om zo iets kleins en onbenulligs?” zei Lentija. Herfinja snikte en streek heel lief met haar feeën hand een rollende traan van de wang van haar lieve zusje. “Niks is zo belangrijk om daar als zusjes ruzie over te maken. Volgende keer dan praten we het gewoon uit, ja?”zei Herfinja. Toen begonnen alle dieren van het bos te juichen en te roepen van geluk en plezier. Want het was ze gelukt. Ze hadden met zijn allen de zusjes weer bij elkaar gekregen. De diertjes dansten en zongen en sprongen in het rond, en de kindertjes zongen liedjes zoals: “De feeën de feeën, die hadden ruzie met zijn tweeën, nu huilen en lachen ze samen van geluk, onze dag kan niet meer stuk, onze dag kan niet meer stuk! De feeën, de feeën……, en de dieren dansten en sprongen in het rond. Alvaro, de grote oude wijze boom had zijn ogen alweer geopend, en niemand kon het zien, maar Douwe de duif, die op ooghoogte op een van Alvaro’s takken zat zag het wel…Die grote sterke Alvaro had een traantje onder zijn oog! “Maar Alvaro, waarom huil jij nou?”vroeg Douwe. Heel even was het stil, maar toen zei Alvaro:”Lieve Douwe, wat is er mooier dan twee feeën en alle dieren zo gelukkig te zien?” Toen begon Herfinja met haar prachtige stem weer te spreken en meteen waren alle dieren muisstil. “Lieve dieren en bomen van het bos. Lentija en ik, wij willen jullie bedanken voor zoveel warmte. Wij willen jullie bedanken dat wij hier bij jullie in het bos mogen zijn samen, en voor alle mooie warme verhalen, en voor de liefde die jullie ons geven.” De zusjes keken naar beneden, naar de dieren en wat ze zagen was het mooiste, en liefste wat ze ooit hadden gezien. Alle dieren hielden elkaar vast en straalden zoveel geluk en liefde uit! “Maar nu moeten wij jullie verlaten lieve dieren van het bos”zei Lentija. “Nog een keer heel erg bedankt dat jullie ons hebben samengebracht en dat wij zo veel van jullie allemaal hebben mogen leren over wat lief voor elkaar zijn is”. “Dag lieve dieren” zeiden de twee feeën nu in koor en zwaaiend naar de dieren op de grond gingen de feeën hoger en hoger, door de bladeren van de bomen, in die prachtige bol van licht. Hoger en hoger, zo hoog dat de bol kleiner en kleiner werd. Zo hoog dat de dieren ze niet meer zagen.

En de rest van de nacht vierden de dieren van het bos samen met Alvaro feest. Want met hun vriendschap en liefde hadden ze de feeën weer bij elkaar gebracht. Er werd gedanst en gezongen, gelachen en gegiebeld van geluk samen. De meest mooie verhalen werden verteld en de dieren waren gelukkiger dan ooit. En de feeën? Die zaten samen hoog boven het bos met zijn tweeën te genieten van hun geluk samen, en beloofden elkaar dat ze geen ruzie meer zouden maken samen. Zo kwam het toch nog allemaal goed met de zusjes en alle dieren in het bos. En Alvaro? Die was weer de grote oude wijze boom van het bos, waar de dieren nog meer van hielden dan vroeger. Die wijze lieve Alvaro………..

BAR HANGEN

Daar zit je dan, nu alweer een dag geleden. Niet alleen, samen met lotgenoten. Het is er warm, beetje klam zelfs, en je doet je jas uit. Je gedachten gaan van links naar rechts, van voor naar achter. Zinloos? Moedeloos? Gewoon zomaar?
Je zit er, reden onbekend, jij en zo velen. Hij bestelt er nog een voor de rest. De rest, wie of wat is nou de rest. Er wordt je wat gevraagd. Met een schok, anderen merken dit niet, wordt je losgerukt van je gedachten. Ja lekker, doe er nog maar een. De volgende is van mij. Weg ben je weer. Heeft wel iets, zo allemaal bij elkaar, niet thuis en toch een huiselijk gevoel. Alleen en toch samen……pffff, samen en toch moederziel alleen zul je bedoelen. Of werkt dat niet zo? Zit ik hier omdat ik gewoon even weg wilde? Gewoon even onder de mensen zijn. Heb de laatste tijd zat meegemaakt, lang genoeg burgerlijk tussen twee muren gezeten en heb even behoefte aan wat gezelschap, wat slappe klets, weer nieuwe mensen leren kennen?

Je onderarmen worden nat en met een ruk wordt je voor de tweede maal uit je gedachten getrokken. Buurmanlief heeft in zijn enthousiasme zijn drank, hij heeft waarschijnlijk genoeg gehad, omgestoten. Meteen schiet de menigte jou te hulp, en het ene doekje na het andere wordt je aangeboden. Ontstelt kijk je om je heen, en tot je genoegdoening krijgt zijn andere buur dezelfde aandacht als jij. Er wordt wat gelachen….Tja, wat moet je hier anders, toch? Of er wordt een mop verteld, of iemand weet een leuke anekdote, of er volgt weer een van de bekende gesprekken over een ander, of….. iemand is klungelig genoeg om zijn drank over jou net gewassen kleren te donderen.

Je haalt je schouders op. Zag de rest dit nu? Nee, niemand reageert dus het zal wel niet, iedereen is trouwens veel te veel met iets anders bezig om in de gaten te hebben dat jij in gedachten verzonken bent. Je hebt het sowieso tot een kunst verheven anderen niet te laten merken wat er daadwerkelijk in je omgaat, laat staan dat die lotgenoten zich ene fuck zouden interesseren wat er in je omgaat. Laten we wel even een ding uitsluiten…..je weet nooit wat een ander denkt. Je hebt wel vaak een vermoeden, een voorgevoel, een zesde zintuig, iets anders bovenwerelds wat je vermoeden tot een aan perfectie grenzende zekerheid over de waarheid laat komen, maar helemaal zeker weet je het nooit.

“En, wat doe jij vanavond?” Je kijkt op, draait je hoofd naar links en kijkt in de troebele ogen van je buurman… Even is het stil, op wat geschuifel van een kruk en de achtergrond muziek na, en je beraad jezelf over wat je zult gaan zeggen. Je staart weer voor je uit, neemt een hijs van je sigaret, neemt een slok van je bier, en met een aan elegantie grenzende beweging draai je jezelf naar links toe. Je kijkt je buurman aan, hij kijkt naar jou en even vraag je jezelf al het voorgaande weer af. Beseffende dat dit alleen maar gedachtespinsels zijn waar je toch nooit een antwoord op vind is er maar een oplossing. Dan antwoordt je resoluut datgene waar het de gehele middag eigenlijk al om draait en waar het de rest van de avond ook wel over zal gaan. “Weet je, ik denk dat ik de rest van de avond maar verder ga met barhangen”.


Tijn 16-12-06

zondag 2 september 2007

MOTORCROSS OF BRAKEN?????

Je staat op, loopt naar beneden, zet het koffieapparaat aan en pakt de krant van de mat. Slaperig als je bent frommel je de krant in je werktas en gaat verder met de normale ochtendrituelen. Je kent ze wel. Even snel onder de douche, tandjes poetsen, kleertjes aan, kopje koffie en hup, daar gaan we weer.


Een nieuwe dag is begonnen en we kunnen er weer vol tegenaan. Eenmaal op je werk aangekomen lees je even vluchtig over de koppen van de krant, de column van Jos passeert de revue en na je tweede kopje koffie van de dag begin je met je dagelijkse werkzaamheden. Om negen uur is het dan eindelijk zover. Het eerste moment van de dag dat je, als hardwerkende medeburger van dit prachtige verdraagzame land, op je gemak enkele zaken kunt gaan lezen die in de krant staan beschreven. Je oog valt op het gedeelte ingezonden. Heel veel mensen heeft het zeer aangegrepen dat voorschotten op rekeningen weer verhoogd zijn.

Je leest verder en komt bij het laatste artikel. En nu gebeurt het, en als u het niet erg vind ga ik heel even verder in de ikvorm. Wat schertst mijn verbazing… Een of andere natuur fetisjist vindt het blijkbaar noodzakelijk om al zijn gal over iedere motorsportliefhebber heen te spuwen. Ik heb nog nooit iemand een zodanige onverdraagzame reactie op papier zien braken, laat staan met de bewoordingen die deze persoon er op los laat. Mijn excuses voor andere natuurliefhebbers, ik ben er zelf ook een, en natuurbehoud staat bij mij ook hoog in het vaandel, maar om dan op deze manier mensen te kleineren en onderuit te halen ware zij een stel achterlijke debielen die lusjes achter elkaar aan racen gaat toch zeker te ver. Ik kan u een paar tips geven, een kleine les tot verdraagzaamheid en respect voor de medemens, al bent u het niet eens met hun hobby. Zoek zelf een hobby, ga postzegels verzamelen, ga een keer naar de hoeren, maak een lekkere boswandeling, ga fietsen, of nog beter, stap op de motor en scheur eens lekker over die zandpaden. Moet u eens kijken hoe dat oplucht! Wat wil ik hier mee zeggen? Losen-up, mijn heer, en toon eens wat meer respect in plaats van al deze wroeging, en u zult een stuk prettiger leven.

Met vriendelijke groet, Tijn